Als hellingbaas van Jachtwerf de Jong in Joure staat Aaldert de Jonge (42) aan het roer van een bijzonder bedrijf met een net zo opmerkelijke historie. Al sinds de zeventiende eeuw worden hier houten schepen gebouwd. Ambachtelijk, plank voor plank. En met veel liefde voor het vak. Anno 2023 is dat nog precies zo. ‘We gaan voor niets minder dan perfectie.’
‘De kraamkamer van houten schepen’, staat er op de website van Jachtwerf de Jong. Treffender kon die pay-off niet zijn, want op de Jouster jachtwerf worden inderdaad letterlijk boten geboren. Onder meer wedstrijdzeilboten, maar met name vletten. “Een vlet is een soort sloep met een oplopende boeg”, legt hellingbaas Aaldert de Jonge uit. “Het zijn de havensleepbootjes van vroeger. Wij maken ze van teak- en mahoniehout dat een paar jaar heeft liggen drogen. In zo’n zes tot negen maanden tijd bouwen we er een boot van.”
Het proces van boom tot boot is iets bijzonders. We lopen op de werf langs vletten in diverse stadia van aanbouw, terwijl Aaldert het bouwproces toelicht. “De vlet zoals wij hem bouwen, zit super complex in elkaar. We bouwen ‘m niet op vanuit een bouwpakket van onderdelen uit een mal, maar maken van rechte planken ronde vormen die symmetrisch op elkaar aan moeten sluiten. De uitdaging zit ‘m vooral in die ronde vormen. Het vraagt dat we enorm secuur werken, het moet op de millimeter nauwkeurig zijn.”
Wat typeert een boot van jullie?
“Een De Jong-vlet herken je aan de lijn – de ‘bolling’ van het schip – en de secure afwerking met op maat gemaakt beslag. We gaan voor niets minder dan perfectie, tot de klinknagels aan toe. Die moeten op precies dezelfde afstand van elkaar zitten – kijk maar, zoals hier. Het moet netjes en strak zijn. Onze klanten hebben een hoge standaard, maar wij zijn misschien nog wel kritischer dan zij.”
O ja?
“Als er tijdens het bouwproces een vorm niet blijkt te kloppen of er zit bijvoorbeeld een duidelijke fout in het hout, doen we het opnieuw. Al kost dat een week of langer werk. In Nederland zijn we de enige jachtwerf die op deze ambachtelijke manier vletten bouwt. Het vraagt tijd, geduld en respect voor het proces. Onze kracht is dat we schepen speciaal voor onze klanten bouwen; ook dat maakt ons uniek.”
Wie is jullie doelgroep?
“De meeste van onze klanten zijn ondernemers of oud-ondernemers die iets tijdloos voor zichzelf willen laten bouwen. Vaak lopen ze daar helemaal niet mee te koop; zo’n vlet is een ingetogen bezit waar ze zelf blij van worden. Wij maken de boot met zorg voor ze. Ze moeten er even op wachten, maar dat is het waard. Als een boot klaar is, zijn de eigenaren meestal zo blij als een kind in een snoepwinkel.”
Wat betekent zo’n boot voor een klant?
“Het heeft met emotie te maken. Het vertegenwoordigt de momenten waarop ze met familie en vrienden genieten in hun vrije tijd. Best bijzonder dat wij daar aan mogen bijdragen.”
De jachtwerf stamt uit 1653, las ik. Wat is het meest bijzondere schip dat hier is gebouwd?
“Het Statenjacht van de provincie Fryslân, de boeier 'Friso'. Ook het eerste skûtsje is hier gebouwd. Tussen 1857 en 1900 was Eeltje Holtrop van der Zee – 'Eeltsjebaes' – de scheepsbouwer, een bekende naam in de geschiedenis van de houten jachtbouw. Met ons team van zo’n 8 tot 12 vakmensen zetten wij de traditie voort.”
Hoe ben jij hier terecht gekomen?
“Zo rond mijn zestiende was school niet m’n grootste hobby. Ik wilde ik graag iets met m’n handen doen en hout vond ik een mooi product. Watersport zat bij ons niet in de familie. Maar de vader van mijn toenmalige vriendin had een jachtwerf en zo ben ik in de boten terecht gekomen. In 1998 ben ik hier begonnen als stagiair. Ik groeide door tot leerling timmerman en bouwde eigenhandig schepen. Prachtig werk. Zo’n boot is het mooiste dat je van hout kunt maken, vind ik.”
In 2009 nam je de werf over, toch?
“Klopt, 28 was ik toen. 2009 was economisch geen makkelijke periode, maar ik dacht: het kan alleen maar beter worden. En dat werd het ook. Ondernemen is een spannend avontuur, ik moest in het begin wel even wennen. Maar ik vind het leuk om het bedrijf op mijn manier te leiden. Ik richt me nu vooral op project- en klantbegeleiding. Wat ik nog wel een uitdaging vind, is de balans vinden tussen familiair en zakelijk zijn. We werken met elkaar hard aan een emotieproduct en hebben vaak een band met de klant, maar moeten ook duidelijk zijn over financiële afspraken. Een lastig spanningsveld, maar ik heb daarin lessen geleerd.”
Over financiën gesproken, hoe is het contact met Van der Wiel ontstaan?
“Via mijn buurman. We zochten een dienstverlener in de buurt en met een andere kijk op financiële zaken. We doen nu een jaar zaken met Van der Wiel en het bevalt prima. Hun nuchtere benadering vind ik fijn. En het contact verloopt gemakkelijk. Een belletje en het is klaar.”
Welke ambities heb je nog?
“Mijn ideaalbeeld is dat we met de club mensen die we nu hebben, focussen op onze doelgroep en het product waar we van houden. Stabiliteit vind ik belangrijker dan groei. Op dit moment zijn we trouwens bezig met de ontwikkeling van een nieuw schip, een eigen ontwerp. Het is een snel varend, luxe, open plezierjacht met moderne lijnen. Dit schip is net zoals onze andere schepen geboren uit passie en liefde. We denken dat mensen het echt gaaf gaan vinden.”
Wat is het mooiste product dat je werf heeft verlaten?
“Dat komt dus nog! Ach, alle producten zijn mooi. Onlangs hebben we een politieboot van 80 jaar oud opgeknapt voor een klant. Een unieke boot en een heel mooi project. De eigenaar zat supertrots in de machinekamer te kijken wat we aan het doen waren.”
Ben je zelf vaak op het water te vinden?
“Ik vind varen mooi, maar we doen het niet vaak genoeg. Ik heb een jong gezin en ben wel van plan om vaker het water op te gaan. Het mooie van varen is: je kunt geen kant op. Je bent met elkaar op een paar vierkante meter middenin de natuur. Dat is de kracht van een boot: het brengt je samen.”
Jachtwerf de Jong is ook het adres voor onderhoud, reparatie en stalling.
jachtwerfdejong.nl